Erdogan: van hervormer tot autocraat

Analyse

Erdogan: van hervormer tot autocraat

Erdogan: van hervormer tot autocraat
Erdogan: van hervormer tot autocraat

Donderdag 28 augustus werd Recep Tayyip Erdogan de eerste rechstreeks verkozen president van Turkije. Het scenario had hij vooraf zelf geschreven, en het overtuigde maar liefst 51 procent van de kiezers. Toch was de polarisering rond de persoon van Erdogan nooit zo groot. De helft  van de Turken ziet Erdogan als een hervormer die veranderde in een autocraat. Trekt de wolf dan toch zijn schapenvacht uit? We vroegen het aan drie Turkse waarnemers.

Reuters / Murat Sezer

Tayyip Erdogan tijdens een verkiezingsmeeting in Istanbul

Reuters / Murat Sezer

Toen Erdogan op 14 maart 2003 premier werd, was het wantrouwen in zijn persoon groot. De voormalige burgemeester van Istanboel was een vurig aanhanger van de Turkse ultraconservatieve religieuze beweging Milli Görus. Erdogan was eveneens lid van de islamistische Welvaartspartij die later verboden werd. En hij had er tien maanden cel op zitten nadat hij een religieus gedicht had voorgedragen waarin de democratie naar voor werd geschoven als een middel naar de islamitische heerschappij.

Erdogan zwoer zijn verleden echter af. Hij zou Turkije economisch en sociaal hervormen, de strijd met het leger en de Diepe Staat aangaan, en Europa binnenhalen.

‘Toen Erdogan aantrad, zei hij dat hij zijn Milli-Görüs-hemd had uitgedaan’

‘Toen Erdogan aantrad, zei hij dat hij zijn Milli-Görüs-hemd had uitgedaan. Naar Belgische normen vertaald wilde hij een meer christendemocratische politieke visie voorstaan. Tijdens zijn eerste twee ambtstermijnen heeft hij mij overtuigd’, zegt Mete Öztürk, hoofdredacteur van de Turkse Gülengetrouwe krant Zaman Benelux.

‘We steunden hem ook als krant, eveneens in de moeilijke periode van 2008, toen men via het Grondwettelijk Hof de AK-Partij wilde ontbinden omwille van een vermeende islamiseringsagenda. Hij zette Turkije op een Europese koers, voerde belangrijke sociale hervormingen door, stabiliseerde de economie. Erdogan democratiseerde Turkije en vormde het land om tot de modelstaat in het Midden-Oosten, waar seculariteit, democratie en islam verenigbaar leken.’

Kemalistisch Turkije werd aan de zijlijn gezet en moest toekijken hoe ook de liberale Turken hun vertrouwen gaven aan Erdogan en zijn islamitische AK-Partij.

‘Voor de liberale Turken was zijn grote verdienste dat hij de macht van het leger en de diepe staat brak’, zegt Gülseli Baysu, sociaal en politiek psychologe aan de universiteit Kadir Has in Istanboel. ‘En ja, hij streefde naar een legervrije democratie.’

Minderheden

Vriend en vijand zijn het erover eens: Erdogan was de eerste politieke Turkse leider die de Koerdische kwestie als een probleem erkende. ‘Erdogan doorbrak de taboes over de minderheden’, zegt Öztürk daarover. Erdogan slaagde er ook in om stevige onderhandelingen te voeren met de afscheidingsbeweging PKK. Dezelfde verzoeningsgeest gold ook voor de Armeense kwestie: voor het eerst erkende een Turks politicus de Turkse gruweldaden van 1915.

‘Erdogan zette inderdaad belangrijke stappen voor minderheden, in de eerste plaats in het kader van verzoening met de Koerden’, aldus Baysu. Maar ze nuanceert: ‘Het zou intellectueel oneerlijk zijn om dat enkel aan hem of de AK-Partij toe te dichten. Ook de Koerdische beweging nam hier zelf belangrijke initiatieven.’

Van sputtereconomie naar bouwwoede

Bij zijn aantreden erfde Erdogan een sputterende economie die nog maar net begon te herstellen van een zware recessie. Hij voerde een privatiseringspolitiek door en richtte zich op buitenlandse investeerders.

Onder Erdogans vleugels werd Turkije de grootste groeier van alle OESO-landen, met een topjaar voor 2010 waarin de economische groei 10 procent bedroeg. Dat ging echter samen met 10 procent inflatie én een tekort van 10 procent op de lopende rekening.

‘De economie scheen het goed te doen. Turkije stapte ook vlotjes, zonder veel kleerscheuren, door de mondiale economische crisis’, beaamt Baysu. Maar, gaat ze verder, de mate waarop werd ingezet op de bouwsector, was buitensporig.

Turkije bouwde: wooneenheden, winkelcentra, wegeninfrastructuur, moskees, treinsporen, dammen. Dat bracht snelle injecties in de economie en de stedelijke ontwikkeling maar er was een keerzijde: stedelijke planning en een visie op erfgoed, leefmilieu en sociale leefbaarheid ontbraken. Baysu: ‘Erdogan consulteerde zijn eigen volk niet. Hij deed maar aan. Het was een project dat gedoemd was om in ons gezicht te ontploffen. Het was de kiem voor Gezi.’

Neo-ottomaanse visie

Erdogans buitenlandbeleid was in de beginjaren vooral gericht op enerzijds Europa en anderzijds op goed nabuurschap. Gaandeweg ging hij een steeds grotere rol spelen in de regio. ‘Hij nam de Ottomaanse erfenis van Turkije ernstig’, zegt Baysu.

‘Turkije moest als islamitische staat een leiderrol spelen in het Midden-Oosten. Bedoeling was om geen vijanden te hebben, maar we zijn geëindigd zonder vrienden. We zijn geïsoleerd geraakt en het Syrische conflict, waarin we een bepalende rol hebben gespeeld door de rebellen en de islamistische milities te steunen, staat voor onze deur. Dat jaagt me wel degelijk angst aan.’

‘Erdogan heeft zichzelf uitgeschakeld als de Turkse bemiddelaar die hij wilde zijn.’

‘Het hele Syrïeconflict moet toch knagen aan zijn geweten’, reageert de Belgisch-Turkse socioloog Orhan Agirdag. ‘Het was misschien nooit zover gekomen in Syrië als hij niet zo naïef de rebellen had ondersteund. Zijn hele buitenlandbeleid sinds 2011 is een ramp. Erdogan heeft zichzelf uitgeschakeld als de Turkse bemiddelaar die hij wilde zijn.’

‘Of de scherpe uithalen naar Israël veel opleverden buiten persoonlijk electoraal gewin, betwijfel ik. Turkije was zijn onderhandelingspositie tussen de Palestijnen en Israël kwijt. Tegelijk is er een sterk contrast tussen zijn discours en de Turkse realpolitiek naar Israël. Tegenover zijn populisme staat de realiteit dat de handelsrelaties met Israël nieuwe impulsen hebben gekregen.’

Gezi of de niet ingeloste verwachtingen

In mei 2013 braken in Istanboel en later in andere Turkse steden de Gezi-protesten uit, vreedzame protesten die hoe langer hoe meer gericht waren tegen het autoritaire beleid van Erdogan.

‘Politieke revoltes volgen vaak periodes waarin gecreëerde verwachtingen door het leiderschap niet meer worden ingelost. Ze volgen niet noodzakelijk een periode van achteruitgang’, zegt Agirdag. ‘Turkije had, onder Erdogan, een democratiseringsperiode doorgemaakt maar zag nu dat Erdogan een andere koers was beginnen varen. Hij loste de verwachtingen naar verdere democratisering niet meer in.’

‘In 2011 liet Erdogan een standbeeld neerhalen in het oosten van het land – een kunstwerk dat de vriendschap tussen Armenië en Turkije verbeeldde. Hij vond het spuuglelijk. Toevallig stond het te dicht bij het graf van een islamgeleerde. Voor mij was dat een moment dat zichtbaar de verandering in Erdogans persoon symboliseerde.’

Erdogans bemoeienissen

‘De Turken waren het beu: de groeiende bemoeienissen van Erdogan met hun levensstijl, en de verziekende afbraakbouw die hun openbare ruimte wegnam’, legt Baysu uit. ‘De Gezi-protesten volgden op de derde ambtstermijn van Erdogan.’

‘Na de verkiezingen van 2011 kreeg hij vrije ruimte – de macht van het leger was eindelijk gebroken.’

‘Na de verkiezingen van 2011 kreeg hij vrije ruimte – de macht van het leger was eindelijk gebroken. Hij greep de kans om zijn greep op de samenleving te versterken, begon zich conservatiever op te stellen.’

‘De AKP-regering legde de consumptie, verkoop en reclame van alcohol zwaar aan banden, terwijl Erdogan impliciet de stichters van de Turkse staat, inclusief Atatürk, dronken wetsmakers noemde. Hij verwierp abortus en keizersnedes, legde de vrije meningsuiting aan banden enzovoort. Kortom, hij snoeide in verworven rechten en kwam binnen in de privélevens van de Turken.’

Post-Gezi

Erdogan antwoordde met repressie en excessief politiegeweld op Gezi, pakte demonstranten en hun advocaten op en legde sociale media aan banden. Na de Gezi-protesten leek de Turkse premier heil te zoeken in een slachtofferrol. Hij beriep zich op complotten tegen zijn persoon, zag politieke afrekeningen door onder meer de diepe staat die hij had bevochten.

‘Voor de eerste keer voelde Erdogan dat zijn onoverwinnelijkheid niet onwrikbaar was’

‘Voor de eerste keer voelde Erdogan dat zijn onoverwinnelijkheid niet onwrikbaar was’, aldus Agirdag. ‘Hij begreep het niet. Hij voelde zich verraden door de demonstranten, was niet langer de leider van àlle Turken maar van diegenen die hem trouw gebleven waren. Het lijkt alsof hij sindsdien de remmen heeft verloren.’

Na Gezi brak, in december datzelfde jaar, het Turkse corruptieschandaal los rond de AKP-regering, betreffende grootscheepse geldverduistering en frauduleuze aanbestedingen. Ook Erdogans zoon was betrokken. Erdogan ontsloeg de politiefunctionarissen die het schandaal aan het licht brachten, ontsloeg vervolgens tien ministers en bleef zelf aan.

Er volgde een breuk binnen de AK-Partij, onder andere met aftredend president Abdullah Gül. Volgens gelekte telefoongesprekken bleek dat Erdogan zelf persoonlijk druk zette om media naar zijn hand te zetten en in maart legde hij het twitterverbod op.

‘Erdogan begon zich, na Gezi, hoe langer hoe meer zowel als islamist en als autocraat te gedragen’, aldus Baysu. ‘Het zogenaamde “nieuwe Turkije” is geen inclusieve, multiculturele burgersamenleving voor alle Turken maar eerder een islamitische restrictieve democratie.’

‘En,’ vult Mete Öztürk aan, ‘hij was niet langer de leider van alle Turken maar enkel de leider van zijn achterban.’

Politieke toekomst

Na de breuk binnen de AK-Partij tekende Erdogan aan een nieuwe toekomst. Hij kon geen nieuwe ambtstermijn als premier opnemen en koos voor het presidentschap. Dit jaar kon het Turkse volk voor het eerst zijn president zelf kiezen. Abdullah Gül werd opzij gezet en de voormalige buitenlandminister Ahmet Davutoglu volgt Erdogan als premier op.

De vraag is wie de touwen in handen zal hebben: premier Davutoglu of Erdogan die als president eerder een ceremonieel ambt bekleedt. ‘Ik gok op Erdogan’, zegt Mete Öztürk. ‘Kijk naar de voorbije weken. Hij heeft het scenario helemaal zelf uitgezet.’

‘Als president heeft Erdogan volgens de grondwet nu al best wat macht die verder gaat dan het louter ceremoniële.’

‘Erdogan stapte na de voorbije verkiezingen niet op als premier, wat nochtans verplicht is. Hij heeft er alles aan gedaan om te voorkomen dat Gül nog een kans zou maken in het nieuwe regeringskabinet. Verwacht wordt dat hij achter de coulissen zal werken om de grondwet tegen de volgende verkiezingen te hervormen. Verwachte doel: een presidentieel regime. Let op: als president heeft Erdogan volgens de grondwet al best wat macht die verder gaat dan het louter ceremoniële, vorige presidenten hebben die niet opgenomen. Hij kan bijvoorbeeld het kabinet samenroepen en rechters van het Grondwettelijk Hof benoemen.’

Hoe het verder afloopt met de interne strijd binnen de AK-Partij is koffiedik kijken. ‘Erdogan is een strateeg maar op een dag zullen de kaarten vallen’, voorspelt Agirdag. Hij en vele anderen hopen dat een sterke oppositie zal opstaan. ‘Vandaag ontbreekt die oppositie, de CHP (deze centrumlinkse republikeinse partij is de grootste oppositiepartij, td) ontbreekt het aan een sterk programma en geloofwaardigheid. Dat geldt overigens voor de meeste Turkse politieke partijen. We hebben behoefte aan volwassen politici met verantwoordelijkheidsgevoel.’